Zojuist zei Günter Blöschl in de 2013 Boussinesq lezing: “Wetenschappers in de hydrologie moeten 2 petten op: de hoed van wetenschapper en die van ingenieur. De wetenschapper moet artikelen publiceren, die veel geciteerd worden, zodat hij carrière kan maken. Artikelen gaan over hoe “het watersysteem” werkt. Modellen die metingen verklaren. Daarnaast moet de hydrologische wetenschapper ook de pet op van de ingenieur: de maatschappij vraagt om voorspellingen: stroomt de rivier over? Wanneer? Daarbij wordt de ingenieur afgerekend op hoe goed haar voorspellingen zijn.
Ik ben het er niet mee eens: het is niet de ene pet af en dan de andere pet op. Daarvoor ligt het soort werk te dicht bij elkaar. Wetenschappers mogen nooit vergeten dat hun resultaten in de echte (ingenieurs) wereld gebruikt gaan worden. Ingenieurs mogen nooit vergeten dat de wetmatigheden waar ze op vertrouwen het resultaat zijn van een wetenschappelijk proces.
De TU Delft, als technische universiteit die academische ingenieurs aflevert, moet naar mijn mening haar afgestudeerden heel goed duidelijk maken dat ze zowel ingenieur als wetenschapper zijn. De beste manier om dat duidelijk te maken is natuurlijk twee petten in één. Daarom stel ik voor om elke nieuwe TU Delft Master of Science / Ingenieur bij haar afstuderen een academische bouwhelm mee te geven.
Interessante materie. Een aanvullende kwestie is: is het operationaliseren van kennis wetenschappelijk interessant? Het genoemde voorbeeld -het maken van hydrologische verwachtingen- is heel lang een ondergeschoven kindje geweest in dat er door “echte” wetenschappers enigszins op werd neergekeken. Door de National Research Council werd “forecasting” nog niet heel lang geleden terzijde geschoven als “engineering discipline”. Sindsdien is dat gelukkig weer wat bijgesteld, doch het kan nog wel wat langer duren voordat dat sentiment volledig is verdwenen, en “forecasting” er helemaal bíj hoort.
Je voorstel voor een academische bouwhelm steun ik volledig.
Helemaal mee eens. In de zoektocht naar “nieuwe wetenschap” en “doorbraken” die zo goed zijn voor een wetenschappelijke carriere vergeten we nog wel eens dat er ook een stap van eerste keer aantonen, naar herhaalbaar in de praktijk brengen nodig is. Op zich ligt een deel van die rol bij instanties als Deltares (nodge nodge wink wink) en TNO, maar die doen dat vooral in projecten en daar komen (niet standaard) papers of rapporten uit waarmee andere hetzelfde kunnen doen.
op zich een keer een blog waard